Binnen AOSON wordt de student door twee personen begeleid. De deskundige op vakgebied (voorheen de vakcoach) werkt nauw samen met de Schoolopleider (de deskundige op pedagogisch en onderwijskundig gebied). Hierdoor komt de expertise van beide begeleiders beter tot zijn recht.
Dit betekent dat de student voornamelijk met de vakcoach de lesplannen en lessen evalueert. De vakdidactiek en inhoud hebben de focus. Met de schoolopleider gaat de student dieper in op de koppeling met de literatuur, de visie op lesgeven en de leerwerktaken. Door deze combinatie wordt het niveau van alle competenties nauwlettend bewaakt.
Het begeleidingsproces gaat uit van een lerende houding van de student. De PDCA cirkel ondersteunt het voortdurend reflecteren op het leerproces van de student. De begeleidingsgesprekken hebben wekelijks of soms om de week plaats. De student wordt begeleid op zijn ontwikkeling en het verzamelen van bewijslast hierbij.
Naast de gesprekken met de schoolopleider en de werkplekbegeleider zijn er ook intervisiemomenten met medestudenten. Dit bevordert het kritisch denken en leren van elkaar.
De (deel) lessen van de student worden minimaal twee keer door de schoolopleider bezocht en geëvalueerd. Daarnaast worden er filmopnames gemaakt van andere lessen door de student waar ook feedback op gegeven wordt. Tijdens de tussenevaluatie en eindevaluatie is de student in staat zijn ontwikkeling in correcte termen te kunnen formuleren en aan te tonen waarbij er nieuwe leerdoelen geformuleerd worden.